Deel 1
De volgende morgen vertrekken we heel vroeg, al om 6 uur 's ochtends.
Met de taxi vertrekken we naar het vliegveld. Daar aangekomen, hebben we eerst nog al dat gedoe van inchecken, door de douane en wachten, wachten en nog een wachten.
Maar als we dat eindelijk gehad hebben, kunnen we lekker uitrusten in het vliegtuig. We hebben een lange reis voor de boeg.
Met de taxi vertrekken we naar het vliegveld. Daar aangekomen, hebben we eerst nog al dat gedoe van inchecken, door de douane en wachten, wachten en nog een wachten.
Maar als we dat eindelijk gehad hebben, kunnen we lekker uitrusten in het vliegtuig. We hebben een lange reis voor de boeg.
Na een lange vlucht, zijn we dan eindelijk in China.
Vanaf het vliegveld gaan we met de taxi naar een klein dorpje, ergens op het platteland van China. Het dorpje heet Shang Simla. Het schijnt dat er nog allerlei tombes en tempels zijn waar nog nooit iemand is geweest. Er zouden zelfs mummies zijn! Ik hoop maar dat die niet bestaan, en áls ze dan bestaan, ik ze nooit tegenkom...
Vanaf het vliegveld gaan we met de taxi naar een klein dorpje, ergens op het platteland van China. Het dorpje heet Shang Simla. Het schijnt dat er nog allerlei tombes en tempels zijn waar nog nooit iemand is geweest. Er zouden zelfs mummies zijn! Ik hoop maar dat die niet bestaan, en áls ze dan bestaan, ik ze nooit tegenkom...
We worden afgezet voor onze woning gedurende een paar dagen. Ik kijk omhoog; we moeten nog wel een paar trappen op voordat we bij onze kamer zijn.
Het gebouw ziet er echt Chinees uit, met zijn daken met omhoogstaande randen en typische Chinese ramen.
Het gebouw ziet er echt Chinees uit, met zijn daken met omhoogstaande randen en typische Chinese ramen.
Als we eenmaal boven zijn, buiten adem van al die trappen op lopen, besluit ik om eerst maar eens een andere outfit aan te trekken. Op die hakken kan ik geen wandelingen maken. Ik pak een lekker zittende blouse en kaki broek uit mijn koffer en leg mijn andere kleren ervoor op de plaats. Ook Jim heeft iets anders aangetrokken.
Even later lopen we naar buiten. We willen niet onze vakantie verspillen met aan het zwembad liggen, maar de omgeving verkennen en oude tempels bekijken.
Boven aan de trap die naar beneden leidt, blijf ik staan. Je kan vanaf hier het hele dorp zien, en de heuvels die daarachter oprijzen.
Boven aan de trap die naar beneden leidt, blijf ik staan. Je kan vanaf hier het hele dorp zien, en de heuvels die daarachter oprijzen.
Bij het hotel stonden ook fietsen die je kunt gebruiken. Jim en ik pakken allebei een fiets. Over de verharde zandweg fietsen we hobbelend naar het dorp toe.
Het eerste wat ik wil doen, is de markt van Shang Simla bezoeken. Dan kunnen we spullen kopen die we nodig hebben om op avontuur te gaan. En natuurlijk is dit gewoon een mooie plek.
Er zijn een paar winkeltjes hier. Ik weer niet goed in welke ik moet zijn voor een tent, dus loop ik ze allemaal maar in. Er is een boekwinkeltje, een winkel waar ze recepten verkopen en een relikwie-winkel. De laatste winkel die ik binnenga is de goede.
'Hallo,' zegt de verkoper. We mogen dan in een ander land zijn, we praten wel allemaal Simlish.
'Hallo,' antwoord ik. 'Ik zoek een tent. En weet u wat we nog meer nodig hebben als we willen overnachten buiten het dorp?'
De verkoper knikt. 'Ja, dan hebt u ook gedroogd voedsel en ingeblikte douches nodig. Heel handig, het neemt weinig ruimte in.'
'Mooi zo, dan neem ik die.' zeg ik en geef hem het geld. Even later loop ik weer naar buiten, waar Jim op me staat te wachten.
'Hallo,' zegt de verkoper. We mogen dan in een ander land zijn, we praten wel allemaal Simlish.
'Hallo,' antwoord ik. 'Ik zoek een tent. En weet u wat we nog meer nodig hebben als we willen overnachten buiten het dorp?'
De verkoper knikt. 'Ja, dan hebt u ook gedroogd voedsel en ingeblikte douches nodig. Heel handig, het neemt weinig ruimte in.'
'Mooi zo, dan neem ik die.' zeg ik en geef hem het geld. Even later loop ik weer naar buiten, waar Jim op me staat te wachten.
Jim en ik besluiten om naar de Hemelse Luchttempel te gaan, die een eindje buiten het dorp staat. Het uitzicht schijnt fantastisch te zijn vanaf daar.
We lopen naar de weg om onze fietsen te pakken, als ik over een soort grote vierkante steen, met twee voeten erop afgebeeld, loop. Eerst besteed ik er helemaal geen aandacht aan, maar als ik mijn voet er per ongeluk op zet, begint de steen te trillen. In een reflex haal ik mijn voet weg, en de steen ligt weer doodstil.
We lopen naar de weg om onze fietsen te pakken, als ik over een soort grote vierkante steen, met twee voeten erop afgebeeld, loop. Eerst besteed ik er helemaal geen aandacht aan, maar als ik mijn voet er per ongeluk op zet, begint de steen te trillen. In een reflex haal ik mijn voet weg, en de steen ligt weer doodstil.
Ik word nieuwsgierig. Met beide voeten spring ik stevig op de steen, die heftig begint te trillen. Naast me begint de aarde te barsten en splijt open. Er wordt een houten trap zichtbaar.
'Jim! Kom eens kijken!' roep ik naar hem. Hij had niks in de gaten en was al doorgelopen. Maar hij draait zich om en komt nar me toe. 'Wat is dat?' vraagt hij als hij naast me staat.
'Ik weet het niet,' antwoord ik. 'Zullen we kijken?'
'Jim! Kom eens kijken!' roep ik naar hem. Hij had niks in de gaten en was al doorgelopen. Maar hij draait zich om en komt nar me toe. 'Wat is dat?' vraagt hij als hij naast me staat.
'Ik weet het niet,' antwoord ik. 'Zullen we kijken?'
'Ik weet niet of...' begint Jim aarzelend. 'Ach, wat maakt het ook uit. Even kijken kan geen kwaad.'
'Ga jij eerst?' vraag ik. Ik vind het toch een beetje eng.
'Oké,' antwoordt hij. 'Volg me.'
'Ga jij eerst?' vraag ik. Ik vind het toch een beetje eng.
'Oké,' antwoordt hij. 'Volg me.'
We dalen de trap af en komen in een door fakkels verlichte verlichte ruimte. De muren zijn mooi versierd. Maar het gekke aan deze kamer is, dat alles er zo nieuw uitziet. Alsof er gisteren nog iemand is geweest die alles heeft afgestoft en gepoetst...
Ik kijk om me heen, maar zie nergens een deur. Misschien is er wel een verborgen deur, die je moet openen door op een bepaalde steen te drukken of zo, zoals je altijd in films ziet.
Dan zie ik opeens een stuk muur dat anders gekleurd is. Mijn gevoel zegt me dat daar iets is. Ik loop naar de muur toe en begin er tegen te porren, er aan te voelen en er tegen te kloppen.
Dan zie ik opeens een stuk muur dat anders gekleurd is. Mijn gevoel zegt me dat daar iets is. Ik loop naar de muur toe en begin er tegen te porren, er aan te voelen en er tegen te kloppen.
Dan hoor ik opeens gekraak. Ik schrik me te pletter, want ik had eigenlijk niet verwacht dat er wat zou gebeuren.
Als gevolg van het gekraak wordt er een opening in de muur ernaast zichtbaar. Jim loopt er meteen naar binnen.
Als gevolg van het gekraak wordt er een opening in de muur ernaast zichtbaar. Jim loopt er meteen naar binnen.
Ik loop achter hem aan. Ik zie een beeldengalerij, van allemaal oude keizers, denk ik. Ze omklemmen het handvat van hun zwaard, en de punt rust op de grond. Al hun stenen ogen kijken strak voor zich uit.
Zo te zien is dit een deel van het beroemde terracottaleger. Ik vind het best griezelig, dus loop ik snel langs ze heen, naar Jim, die intussen al door de volgende deur is gelopen.
Zo te zien is dit een deel van het beroemde terracottaleger. Ik vind het best griezelig, dus loop ik snel langs ze heen, naar Jim, die intussen al door de volgende deur is gelopen.
Achter die deur is een laatste ruimte. Het ziet er best modern uit. Er zijn een soort vitrines met beelden erachter.
Aan de achterste muur hangt een soort stenen blok met de vorm van een sleutel erin. Ik vraag me af wat dat is.
Omdat ik verder geen deuren zie, ga ik eens kijken of er ook hier een verborgen deur is. Maar hoe ik ook klop op de muren, er gebeurt niks. 'Waarschijnlijk heeft het iets te maken met die sleutelsteen...' zeg ik tegen Jim. Hij knikt. 'Ja, dat dacht ik ook al. Maar laten we maar terug gaan; er is hier toch niks meer te doen.' Dus gaan we, een beetje teleurgesteld, terug naar boven.
Aan de achterste muur hangt een soort stenen blok met de vorm van een sleutel erin. Ik vraag me af wat dat is.
Omdat ik verder geen deuren zie, ga ik eens kijken of er ook hier een verborgen deur is. Maar hoe ik ook klop op de muren, er gebeurt niks. 'Waarschijnlijk heeft het iets te maken met die sleutelsteen...' zeg ik tegen Jim. Hij knikt. 'Ja, dat dacht ik ook al. Maar laten we maar terug gaan; er is hier toch niks meer te doen.' Dus gaan we, een beetje teleurgesteld, terug naar boven.
Deel 2
Als we weer boven zijn, weet ik niet wat we nu moeten gaan doen.
'Laten we dan maar naar de Hemelse Tempel gaan,' zegt Jim, alsof hij mijn gedachten kan lezen. 'Daar zouden we toch naar toe gaan?'
'Ja, dat is waar. Zullen we gaan?' zeg ik. Hij knikt en we springen allebei op onze fiets.
'Laten we dan maar naar de Hemelse Tempel gaan,' zegt Jim, alsof hij mijn gedachten kan lezen. 'Daar zouden we toch naar toe gaan?'
'Ja, dat is waar. Zullen we gaan?' zeg ik. Hij knikt en we springen allebei op onze fiets.
Als we bij de Hemelse Tempel aankomen, is het al aan het schemeren. Ik kijk naar boven; wat een hoog gebouw is dit zeg! Zo te zien moeten we nog wel wat trappen op om helemaal boven te komen, dus ik trek Jim mee aan zijn hand en we beginnen meteen met de eerste trap.
Er lijkt geen einde te komen aan al die trappen. De hoeveelste is dit nu al? Voor mijn gevoel al de honderste...
'Jim, wacht even,' puf ik. Hij is al bijna boven aan de volgende trap, maar ik sta nog onderaan. Jim draait zich om, loopt naar me toe, pakt mijn hand en neemt me mee naar boven. Hé, zo gaat het een stuk makkelijker.
'Jim, wacht even,' puf ik. Hij is al bijna boven aan de volgende trap, maar ik sta nog onderaan. Jim draait zich om, loopt naar me toe, pakt mijn hand en neemt me mee naar boven. Hé, zo gaat het een stuk makkelijker.
Ik ben opgelucht als blijkt dat dit de laatste trap was.
Ik kijk om me heen. We zijn in een kleine ruimte gekomen. In een wand zit een opening. Jim is er al naartoe gelopen, en ik volg hem.
Ik kijk om me heen. We zijn in een kleine ruimte gekomen. In een wand zit een opening. Jim is er al naartoe gelopen, en ik volg hem.
En wat ik zie...
We staan nu op een soort balkonnetje. Onder ons zijn wijde vlakten uitgestrekt, met het dorp in het midden. Een zwerm vogels vliegt langs ons. Heuvels en boomgaarden baden in het rode licht van de ondergaande zon, die net achter de bergen nog te zien is en ervoor zorgt dat de lucht roze kleurt.
We staan nu op een soort balkonnetje. Onder ons zijn wijde vlakten uitgestrekt, met het dorp in het midden. Een zwerm vogels vliegt langs ons. Heuvels en boomgaarden baden in het rode licht van de ondergaande zon, die net achter de bergen nog te zien is en ervoor zorgt dat de lucht roze kleurt.
Jim draait zich naar me om en kijkt me aan. Dan slaat hij zijn armen om me heen en begint me te zoenen en ik zoen hem heftig terug. We kunnen ons amper inhouden... tot we luid gekuch horen. Meteen laten we elkaar los en draaien ons met een rood hoofd om. Achter ons staat een oudere vrouw met twee kinderen (waarschijnlijk haar kleinkinderen), die ons met open mond aankijken. De vrouw kijkt ons raar aan. 'Zouden wij misschien ook even mogen kijken?' vraagt ze zuur. 'Na-natuurlijk,' antwoord ik met een rood hoofd. Snel pak ik Jim bij zijn hand en we rennen bijna de trap af. De twee kinderen kijken ons nog steeds met open mond na. Ik giechel.
We rennen de trappen af, Jim sleurt me haast mee. We kunnen niet wachten om ons tentje beneden op te zetten.
Als het tentje staat, kruip ik naar binnen en Jim volgt me meteen. Het wordt een hele gezellige nacht. Tja, je bent op huwelijksreis of je bent het niet.
Als het tentje staat, kruip ik naar binnen en Jim volgt me meteen. Het wordt een hele gezellige nacht. Tja, je bent op huwelijksreis of je bent het niet.
Deel 3
De volgende morgen staan we weer vroeg op. Ik heb slecht geslapen, mijn rug doet pijn van het goedkope matje waarop ik sliep. En ons ontbijt is ook héérlijk. Gedroogd voedsel. Jak. Maar het vult wel en het neemt weinig plek in om mee te nemen, en daar gaat het om.
We hebben besloten om vandaag naar de Sim Fu Academie te gaan, om de basis van het Sim Fu te leren.
Als we aankomen bij de Academie, zie ik een paar houten trainingspoppen staan. Iemand is bezig met een pop, en ik kijk nieuwsgierig toe hoe het moet. Daarna proberen we het zelf. Onhandig sla ik tegen de houten 'stokken'. Daardoor gaat de paal draaien, en ik probeer de stokken te ontwijken. Dat gaat goed, tot ik opeens een harde stomp in mijn buik voel. 'Oefff,' breng ik uit. Ik besluit dat het misschien beter is als ik even ga zitten.
Als we aankomen bij de Academie, zie ik een paar houten trainingspoppen staan. Iemand is bezig met een pop, en ik kijk nieuwsgierig toe hoe het moet. Daarna proberen we het zelf. Onhandig sla ik tegen de houten 'stokken'. Daardoor gaat de paal draaien, en ik probeer de stokken te ontwijken. Dat gaat goed, tot ik opeens een harde stomp in mijn buik voel. 'Oefff,' breng ik uit. Ik besluit dat het misschien beter is als ik even ga zitten.
Ik zit op een bankje naar Jim te kijken. Zo te zien doet hij het veel beter dan ik. Behendig ontwijkt hij alle stokken, en ondertussen slaat hij erop los. Bewonderend kijk ik naar hem. Hij is een natuurtalent! Het duurt dan ook niet lang tot hij zijn eerste band heeft gehaald, de witte.
Ik besluit om toch maar weer verder te gaan. En na een tijd hard oefenen, haal ik ook de witte band, en daarna ook zelfs de gele! Ik kan nu wel eens gaan oefenen met de Bordenbreker, denk ik. Ik kan kiezen tussen allerlei materialen, zoals hout, beton en piepschuim. Hm, beton en hout lijken me niet zo'n goed idee om nu al te doen, dus neem ik maar piepschuim. Eerst plaats ik mijn hand een paar keer in het midden, waar ik zo moet gaan slaan. Dan sla ik hard door de plank heen. Het is me gelukt! Ook al is het maar piepschuim...
Na een tijdje vind ik dat ik wel genoeg fysieke inspanning heb geleverd, dus ga ik binnen verder leren door een boek te lezen. Tja, ik ben nou eenmaal een boekenwurm.
Jim gaat echter onvermoeid door, en na een tijdje heeft hij al de oranje band gehaald! Trots laat hij hem zien aan iedereen die wil kijken. Ik lach zachtjes, want nu stelt ie zich wel een beetje aan.
's Avonds gaan we naar de Hete Drakenbronnen, waar we gaan overnachten. Bij de fontein zetten we ons tentje op, en na ons diner van gedroogde prut, stappen we vermoeid in ons tentje. Het was een lange dag, en morgen gaan we weer vroeg op pad.
'Wakker worden, slaapkop.' Jims liefkozende stem is het eerste wat ik de volgende ochtend hoor. Gedesoriënteerd kijk ik om me heen. Waar ben ik? Dan weer ik het weer. Ik ben in China, op huwelijksreis. Ik rek me stevig uit en gaap eens flink. Die matjes zijn echt een hel voor je rug.
Ongeveer een half uurtje later springen we weer op onze gehuurde fietsen, op weg naar de markt van Shang Simla.
Ongeveer een half uurtje later springen we weer op onze gehuurde fietsen, op weg naar de markt van Shang Simla.
Ik ben van plan wat souvenirs voor thuis te kopen. En omdat dit onze laatste dag is, moeten we dat vandaag doen.
Ik loop meteen naar het boekwinkeltje en koop een recept voor loempia's en een recept voor Dim Sum. Dan kunnen we thuis ook nog genieten van deze reis.
Ik loop meteen naar het boekwinkeltje en koop een recept voor loempia's en een recept voor Dim Sum. Dan kunnen we thuis ook nog genieten van deze reis.
Daarna bezoeken we de Verlichtingstuin. Het schijnt dat er daar bepaalde energieën zijn, die ervoor zorgen dat je sneller bepaalde vaardigheden onder de knie krijgt... Ik vind het allemaal maar raar klinken. Maar op de één of andere manier lijkt het wel of het inderdaad sneller en beter gaat met oefenen met de trainingspop.
Jim weet zeker dat het zo is. Hij heeft al na een half uur de groene band, wat betekent dat hij nu met andere sims kan sparren.
Er loopt in de Verlichtingstuin een Chinese man rond met de blauwe band. Hij is dus al verder met Sim Fu dan Jim, maar Jim vraagt hem of ze zullen sparren. De man vindt het goed en ze beginnen. Ze maken een nette buiging naar elkaar, maar ondertussen blijven ze elkaar strak aankijken.
Er loopt in de Verlichtingstuin een Chinese man rond met de blauwe band. Hij is dus al verder met Sim Fu dan Jim, maar Jim vraagt hem of ze zullen sparren. De man vindt het goed en ze beginnen. Ze maken een nette buiging naar elkaar, maar ondertussen blijven ze elkaar strak aankijken.
Dan barst het gevecht los. De klappen die ze elkaar geven zijn niet niks, en ik kijk vol afschuw toe. Ik weet dat er niet veel mis kan gaan, maar het ziet er heftig uit.
Opeens haalt de Chinese man uit, maar Jim kan hem nog net op tijd blokken.
Opeens haalt de Chinese man uit, maar Jim kan hem nog net op tijd blokken.
Dan brengt Jim razendsnel zijn voet naar het hoofd van zijn tegenstander, terwijl hij een luide schreeuw uitstoot. Zijn gezicht is vertrokken van concentratie.
Zijn tegenstander kan nog net op tijd ontwijken, en hij wordt niet geraakt. Maar Jims uithaal heeft hem wel uit evenwicht gebracht, en dan geeft Jim de kans om opnieuw toe te slaan.
Jim deelt nog een paar laatste klappen uit en dan is, voor mijn gevoel na jaren, eindelijk de wedstrijd afgelopen, met Jim als winnaar.
En niet alleen de wedstrijd is afgelopen, maar onze vakantie ook. Over een paar uur moeten we op het vliegveld zijn en zitten we alweer in het vliegtuig, op weg naar huis.
Jim deelt nog een paar laatste klappen uit en dan is, voor mijn gevoel na jaren, eindelijk de wedstrijd afgelopen, met Jim als winnaar.
En niet alleen de wedstrijd is afgelopen, maar onze vakantie ook. Over een paar uur moeten we op het vliegveld zijn en zitten we alweer in het vliegtuig, op weg naar huis.